Sociaal-verpleegkundige Tuberculosebestrijding; spin in het web
Sociaal-verpleegkundigen Tuberculosebestrijding kunnen tijdens de behandeling van tuberculosepatiënten verschillende problemen tegenkomen. Wanneer tuberculose wordt vastgesteld bij multiprobleemgezinnen komt de sociaal-verpleegkundige als spilfiguur te fungeren tussen de patiënten met hun complexe problematiek en de hierbij betrokken instanties.

In Nederland zijn 75.000 tot 116.000 multiprobleemgezinnen. Bij 3 tot 5 % van alle Nederlandse gezinnen is er sprake van meervoudig en complexe problematiek. Voorbeelden hiervan zijn: alleenstaand ouderschap, tienerzwangerschap, werkeloosheid, verslaving, licht verstandelijke beperking, laag opleidingsniveau, psychosociale en financiële problemen, huiselijk geweld, kindermishandeling en criminaliteit. Multiprobleemgezinnen hebben vaak slechte ervaringen met hulpverlenende instanties. Ze hebben in de loop der jaren, soms over generaties heen, een diepgaand wantrouwen ontwikkeld richting hulpverleners. Ze kunnen weerstand hebben tegen de bemoeienis van (overheids)instanties bij bijvoorbeeld de opvoeding van hun kinderen. Ook kunnen zij een ander referentiekader hebben en anders denken over de oorzaak of aanpak van ziekte dan de professional. Bij deze gezinnen kost het hulpverleners veel tijd om het vertrouwen te winnen. (Bron: Richtlijn Multiprobleemgezinnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming van NVO, BPSW, NIP).
In dit artikel willen we drie casussen beschrijven waarmee de sociaal-verpleegkundigen van de GGD Twente zich in 2022-2023 intensief bezig hebben gehouden. Het gaat om drie multiprobleemgezinnen die via de man/vader aan elkaar gelieerd zijn.
Casus 1
Het betreft het gezin van een man van 50 jaar en zijn zwangere vriendin van begin 20 met drie kinderen in de leeftijd van 2 en 4 jaar en een baby van 8 maanden. Zij hebben in 2021 een besmettelijke tuberculosepatiënt (ZN+3) te logeren gehad. Moeder kwam met haar kinderen voor contactonderzoek naar de GGD. Zij bleek een beginnende TB te hebben en alle kinderen bleken besmet te zijn en werden ingesteld op profylaxe. Echter kort na de start van de behandeling heeft het gezin zich onttrokken aan de behandeling. Dit vanwege intimidatie door de vader die zelf niet “geloofde” in tuberculose. Een paar maanden later resulteerde dit in longtuberculose bij de 8 maanden oude baby en besmettelijke longtuberculose bij vader. De baby kreeg behandeling van de GGD en vader werd opgenomen in Beatrixoord.
Casus 2
Bovenstaande man heeft uit een eerdere relatie een zoon van 18 jaar met een autismespectrumstoornis die begeleid woont. Ook hij is in 2021 in contact geweest met de index uit casus 1. Vanwege zijn aandoening was er een lang patientsdelay. Toen er uiteindelijk longtuberculose werd vastgesteld was hij al besmettelijk. In het contactonderzoek zijn 14 familieleden (99%) met tuberculose of een tuberculose infectie gediagnosticeerd. Zijn moeder, woonachtig in de daklozenopvang, is na veel inspanning verschenen voor contactonderzoek. Vanwege methadongebruik werd zij niet op profylaxe ingesteld, maar bleef zij 2 jaar onder röntgencontrole.
Casus 3
De man uit casus 1 en 2 heeft ook nog een relatie gehad met een derde vrouw; een alleenstaande moeder met licht verstandelijke beperking, ex-loverboy problematiek en psychische problemen. Ze heeft vijf kinderen in de leeftijd van 8, 7, 6, 5 en 2 jaar. Moeder gaf geen gehoor aan het contactonderzoek van casus 1 en 2 wat leidde tot meningitis tuberculosa bij haar 7 jaar oude zoon. Zijzelf en twee kinderen waren ook besmet.
Gedurende de behandeling zijn de meeste kinderen uit casus 1 en 3 uit huis geplaatst vanwege detentie van vader en drugsgebruik van de moeder in bijzijn van de kinderen. De andere moeder heeft vrijwillig om uithuisplaatsing gevraagd omdat zij het alleenstaand ouderschap niet aankon. De sociaal-verpleegkundigen die de drie gezinnen intensief hebben begeleid, hebben te maken gehad met de volgende instanties: